Algebra probleem (9)


Als:



bereken dan:



Oplossing

Door optellen van regels ...1 en ...2 ontstaat:



Hier staat al de uitdrukking(a+b).
Maar hoe komen we van de wortels af?
Stel eens:



Dat verandert het stelseltje vergelijkingen in:



Dat doet denken aan:
    (a+b)3 = a3 + 3a2b + 3ab2 + b3
Vermenigvuldig dus regel ...5 met 3 en tel daar regel ...4 bij.
Het resultaat is:



Nu regel ..6 invullen bij ...3 en de factor 9/5 erbij zetten:



Het antwoord is 73.