Over DavData


Introductie
Mijn naam is David Dirkse (1945).
DavData is mijn persoonlijke website.
Vanaf 1993 was ik leraar wiskunde, soms natuurkunde of
elektrotechniek,aan diverse scholen voor
voortgezet- en beroepsonderwijs.
Die aanstellingen betroffen vaak ziektevervanging.
Daarvoor werkte ik bijna 25 jaar voor de
Control Data Corporation, een Amerikaans computerbedrijf.

Opleiding
Tot mijn 15e jaar was nog onduidelijk wat ik later
wilde worden.
In de onderbouw van het voortgezet onderwijs waren
mijn cijfers voor de talen hoger dan die voor de exacte vakken.
In de bovenbouw was dat andersom.
Voor een scheikundetoets haalde ik nooit lager dan een 9, voor economie nooit hoger dan 5.
Wiskunde werd veel interessanter met de differentiaal- en integraalrekening.
Bij natuurkunde was dat de elektriciteitsleer.
Na HBS-b volgde HTS-elektrotechniek.
De elektronica trok mij hier het meest.

Hobbies
Tijdens mijn tienerjaren werd de radio-distributie door een echte radio vervangen.
Zenders waren te selecteren door aan een knopje te draaien.
Ik nam mij voor de werking hiervan te begrijpen.
De eerste transistoren kwamen op de markt.
Naast voetballen hield ik mij voortaan onledig met het bouwen van transistorradio's en versterkers
voor familieleden en andere opdrachtgevers.
Deze projecten leverden zelden winst op omdat niet alle onderdelen de experimenten overleefde.

Er verschenen boeken over computers.
Ik vroeg mij af: hoe kan een machine in hemelsnaam rekenen?
Dat is toch een bij uitstek intelligente bezigheid, dus aan mensen voorbehouden?
Ook nam ik mij voor te leren hoe machines kunnen rekenen.
Ik herinner mij een boekje over computers waarin een wetenschapper beweerde dat wegens de
enorme complexiteit een grote computer geregeld in een onbepaalde conditie zou verkeren.
Hoe complexer de computer hoe groter het percentage van de tijd dat het ding hierdoor onbruikbaar zou zijn.
Jaja.

Ook las ik veel. Boeken als "psychologie en godsdienst", Churchill's memoires,
"de Opstand der Horden" en "Oorlog en Vrede" schieten mij te binnen.

Bull-GE
Na de studie H.T.S-elektrotechniek werkte ik korte tijd als junior-programmeur bij Bull-GE.
Na een schriftelijke test gekozen uit velen, meldde men mij.
Even aannemelijk is dat ik als een van de weinigen accoord ging met het lage aanvangssalaris.
De vooruitzichten bij Bull vielen tegen. Ik leerde er te weinig.
Een paar dagen voordat mijn proeftijd afliep ben ik er vertrokken.

CDC
Control Data (CDC) was toen begonnen aan zijn Europese expansie en had technici nodig.
Een goede kans om te leren hoe computers werken en de wereld te bereizen.

CDC beschikte in Frankfurt over een Europees opleidingsinstituut en daar bracht ik de eerste 6 maanden door.
Kennis van het Frans, Duits en Engels bleek een nuttige investering.
De Amerikaanse instructeurs waren afkomstig uit het leger wat resulteerde in strikte regels v.w.b. kleding en gedrag.
Wie zonder wit overhemd en stropdas verscheen kon direct weer naar huis.
Elke week werd met een test afgesloten en de maandag erop prijkten de class-ranks aan de muur.
De beste groen-, de slechtste rood-onderstreept.

De training betrof in eerste instantie de zg. peripherals: card-readers, ponsen, tape units,printers en jawel,
de eerste schijvengeheugens met een capaciteit van 8MB en schijvenpakketten ter grootte van een autoband.

Ik herinner mij dat ik moest omschakelen van de theorie en details op de H.T.S. naar de praktijk en de
samenhang van grote sytemen.

CDC ontwikkelde computers voor wetenschappelijk rekenwerk.
Een computersysteem met processor, geheugens, peripherals, koelapparatuur, schakelkasten en generatoren
besloeg minimaal een gymnastiekzaal.
Wegens het vele onderhoud en storingen werden technici bij het rekencentrum gedetacheerd.
Zodoende kwam ik weinig op het hoofdkantoor en voelde mij meer met de klant verbonden.
De meeste jaren bracht ik door bij het Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium in de NoordOostpolder
en later bij het Academisch Rekencentrum (SARA) te Amsterdam.
Wel met regelmatig uitstapjes in binnen- en buitenland om collega's uit de brand te helpen.

Werken bij CDC was behalve een job ook een lifestyle.
Er was een enorme mate van vrijheid maar een onwrikbare regel: de klant moest tevreden zijn,
uiteraard tegen redelijke kosten.
Regelmatig werd in nacht en weekend doorgewerkt om dit te verwezenlijken.
Mijn echtgenote kan zich na jaren nog opwinden over het ongewisse uur van mijn thuiskomst.

Hoewel CDC de naam had de "Rolls-Royces" onder de computers te maken was ik aanvankelijk verbaasd:
processoren bestonden uit printjes met losse transistoren. Geen chip te bekennen.
Reden was de snelheid: chips waren nog trager.
De eerste chips verschenen in randapparatuur, pas jaren later in de centrale-processor.

De ene na de andere buitenlandse training vond plaats, want geregeld kwamen nieuwe
processoren en randapparatuur uit het lab.
Vooral de schijvengeheugens maakten een snelle ontwikkeling door.
Vliegreizen en buitenlandse appartementen werden gewoon.
Trainingen in de USA leverden veel status op.
Mooi moment: op Schiphol opgewacht worden door echtgenote en kinderen.

Schijvengeheugens en processoren werden mijn specialisatie.
Omdat op printjes- en soms componentniveau werd gerepareerd was gedetailleerde kennis nodig.
Ontwerpfouten kwamen geregeld aan het licht. Die werden in het weekend verholpen door nieuwe
bedrading en printjes te installeren.
We beschikten over een apart operatingsystem met diagnostische programma's.

Het verval
Omstreeks 1990 kwam door miniaturisering een einde aan het soldeerboutentijdperk.
Nachten zoeken om een temperatuurgevoelig printje van een paar tientjes op te sporen
werd het vervangen van een gehele processor.
Miniaturisering maakte gedetailleerde kennis overbodig.
En Control Data's nieuwste computers bleken in het lab al verouderd.
Want CDC was intussen van een techneuten- tot een managersclub verworden.
Dat management begon zichzelf flinke salarisverhogingen toe te delen, terwijl bezuinigings- en ontslagrondes begonnen.

Voorheen bestond de leiding uit gepromoveerde technici.
Want daar deden velen het voor: manager worden.
Zelf zag ik weinig in een managementfunctie.
De beste managers waren degenen waar je geen last van had.
Veel vergaderingen zijn, op de wandelgangen na, zonde van de tijd .

Bij CDC had de vertwijfeling inmiddels toegeslagen.
Vaag volk werd binnengehaald in pogingen het onheil af te wenden.
We plakten CDC stickers op kastjes die van andere producenten waren gekocht.
Het was duidelijk: de concurrentie passeerde ons links en rechts en het einde was in zicht.

Wat nu? Weer andere bedrijfsgebonden kennis was weinig aantrekkelijk.
Tijdens de achterliggende jaren had ik over de 100 cursussen gevolgd en er zelf, met veel plezier,
tientallen verzorgd in binnen- en buitenland.
Soms woonde ik een voordracht bij over onderzoekingen waarbij 'mijn' computers waren gebruikt.
Meestal ging de wiskunde mij boven de pet, wat zal hebben bijgedragen tot de volgende stap:
(deeltijd) lerarenopleiding wiskunde.
Bijkomend voordeel: de stelling van Pythagoras is niet aan veroudering onderhevig.
Tijdens de afbouw van bestaande contracten en de afwezigheid van buitenlandse trainingen was er genoeg
tijd voor studie.
Ook was het een opkikker iets op te bouwen temidden van afbraak.
Als laatst overgebleven CDC technicus bij het Academisch Rekencentrum in Amsterdam (SARA) huurde ik,
bij het aflopen van de contracten, mijn jongste zoon een weekje in om de apparatuur te ontmantelen
en de vrachten kabels onder de vloer vandaan te trekken.
Wat is er mooier voor een puber dan het werk van zijn vader af te breken?
"Nu weet ik waarom je nooit nieuwe kleren koopt", zei hij. "Dan val je hier uit de toon".
Op een school in het Gooi kon ik enkele uren per week invallen en een paar maanden later en een tentamen
verder was ik bevoegd leraar wiskunde.

Het onderwijs
Aanvankelijk moest ik flink wennen aan de scharrigheid van mijn nieuwe omgeving.
Geen tapijten op de grond. Geen koffie, thee en koeken op tafel, geen projectiescherm
dat na een druk op de knop uit het plafond rolt.
Wel : versleten zeil, half vernielde luxaflex en soms een plas water in het lokaal vanwege lekkage.
Ook de cursisten waren anders dan ik gewend was.
Niet iedereen was namelijk gekomen om zijn kennis van de wiskunde te vergroten.

Over het onderwijs wordt al veel geschreven. Daarom beperk ik mij hier.

Mijn meest gemotiveerde leerlingen waren asielzoekerskinderen.
En de werkhouding van een klas gaat sterk omhoog bij aanwezigheid van enkele Chinezen.

Tot de betere scholen hoorde ook een kleine MAVO.
Die leerlingen maakten bijvoorbeeld een leuke schoolkrant.
Op een brede scholengemeenschap komen ze daar niet aan te pas omdat 5VWO de touwtjes in handen heeft.

Eens verving ik in een eerste klas waar de meeste leerlingen afkomstig waren van een dorpsschooltje
waar ze uitstekend hadden leren rekenen.
Talrijk waren de klachten over het wiskunde leerboekje.
"Meneer, moeten we al die stomme sommen maken"? Ik hoor het ze nog vragen.
In zo'n geval zou je meteen met algebra en meetkunde aan de slag moeten gaan.
Maar ja, dan trekken die 5 van de 25 het niet en wat dan?

Ik betrad het voortgezet onderwijs zowat gelijk met de basisvorming.
Menigmaal mocht ik deelnemen aan brainstorm-sessies om tot een definitie van zelfstandig leren
of een zelfstandige leerling te komen. Resultaat kan ik mij niet herinneren.
Ook ging veel tijd verloren met zaken als intervisie-training en de oprichting van kernteams.
De beste team-building is een gezamenlijk bezoek aan een pannenkoekenhuis maar ik geef toe:
daar wordt geen consultant beter van.

Deze Website
Op 15 jarige leeftijd vroeg ik mij af hoe radio's kunnen afstemmen
op een zender en hoe machines kunnen rekenen.
Daarvan ben ik nu goed op de hoogte.
Maar dat laatste reken ik niet meer tot "intelligente" bezigheden.
Rekenen is dom werk dat beter aan machines kan worden overgelaten.
Intelligentie heeft volgens mij te maken met het ontwerpen
of ontdekken van nieuwe structuren, dus met het abstractieniveau.

Lange tijd nam ik mij voor een eigen processor te bouwen.
Dat idee is opgegeven.
Een zelfgebouwde PC met Z80 chip was bij voltooiing reeds een museumstuk.
(512kB geheugen, 4MHz, 6 parallelle I/O poorten, tape-cassette en floppy).
Het ding werkte maar heeft nooit iets zinvols voortgebracht.
Toch wel: een artikel in Radio-Elektronica leverde leuke reacties en wat geld op.
Kijk [ HIER ] voor een beschrijving en wat plaatjes.

De eerste digitale klokken bouwde ik enkele jaren voordat deze in de winkels te koop stonden.
Nu zijn ze zowat gratis, compleet met radio.
Een eeuw geleden wikkelden elektronici hun eigen transformatoren.
Wie ontwerpt nu nog een versterker als je er een kunt kopen voor 10 euro?

Met de elektronica-hobby op een laag pitje dienden andere vragen zich aan.
Hoe kan een computer oplossingen zoeken voor het spel 'solitaire'?
Hoe kan je 'boter kaas en eieren' of '4op1rij' programmeren?
Hoe teken je van een willekeurige formule de grafiek op een beeldscherm.?

Bij CDC programmeerde ik alleen in machinecode en assembler.
Dat was voldoende om fouten in processoren op te sporen.
Aan de Bull-GE tijd hield ik wat kennis over van Fortran en Basic.
Zelf leerde ik Pascal, de onderwijsprogrammeertaal.
Later schafte ik op een PC-dumpdag voor een paar tientjes Delphi-3 aan : Pascal + componenten.
Pas onlangs is dat Delphi-7 geworden.

Op deze website staan, naast artikelen over wiskunde, de resultaten van mijn programmeerwerk:
educatieve programma's en spelletjes.
Hierbij realiseer ik mij dat ik opnieuw het wiel uitvind, maar als hobbyist kan ik mij dat veroorloven.

De supercomputer van 1985 staat nu voor minder dan €500 onder mijn bureau.
Maar de theorie van een PC is niet anders dan die van de vroegere zalenvullende 'dynosaurussen'.
En de wiskunde om die te begrijpen is relatief eenvoudig.
Merkwaardig genoeg komt die kennis in de leerboeken van het voortgezet onderwijs niet voor.
Ik doel hier op talstelsels, GGD, KGV en logische functies.

Deze website is gemaakt met mijn vroegere leerlingen voor ogen.
Computers groeien niet in Taiwan of de USA aan de bomen, maar worden door mensen ontworpen.
Wiskunde, natuurkunde en techniek zijn, evenals vingerverven natuurlijk, creatieve vakken.

De exacte vakken vormen de basis van onze westerse samenleving.
Zonder elektriciteit zou het daarmee direct afgelopen zijn.
Onze maatschappij omhelst nieuwe apparaten maar interessert zich
veel meer voor de toepassingen dan voor de achterliggende techniek.
De wetenschapper en de technicus zijn in onze maatschappij onzichtbaar.

De studierichting elektrotechniek aan mijn oude HTS is allang opgeheven.
Het elektrolab, waar wij stukjes aluminium en pertinax tot 0,1mm nauwkeurig recht moesten
vijlen alvorens ze met klinknageltjes te verbinden, was reeds jaren daarvoor gesneuveld.

In de jaren 80 van de vorige eeuw bezochten mijn kinderen het voortgezet onderwijs.
Jaarlijks vermeldde de schoolkrant de vervolgstudies van de geslaagden.
Scheikunde, natuurkunde, elektrotechniek, werktuigbouw, wiskunde: die keuzes kwamen zelden voor.
Wel heel veel aanstormende economen en bedrijfskundigen.
Een beklemmende constatering.
Kan er een dienstenmaatschappij bestaan zonder een kern van -eigen- fysieke producten?
Creëer je meer welvaart met woekerpolissen dan met machinebouw?
Kunnen managers de juiste beslissingen nemen als ze de werkvloer niet kennen?
Het blijft een intrigerend verschijnsel, die afkeer van de bèta-vakken.
Niet alleen intrigerend, maar zelfs schadelijk, zie de irrationele bouw van windmolenparken.
Niemand zal het in zijn hoofd halen een batterij te kopen of een auto die het op willekeurige ogenblikken vertikt.
Het is dus zaak eerst grootschalige goedkope energiebuffers te ontwerpen, maar die komen er waarschijnlijk nooit.
De in technisch opzicht onwetende bestuurders zijn thans geen partij voor het eco-industrieel complex.

Pensioen
Sinds 2008 geniet ik van mijn pensioen.
Naast het uitbreiden van deze website met artikelen en programma's, wandel ik graag.
Dat schept evenwicht.
Daarnaast gaat mijn belangstelling uit naar maatschappelijke ontwikkelingen met name op het gebied van energie,
waar heel veel onduidelijkheid, onkunde en onzekerheid bestaat.

Tenslotte
Een mens leeft voor zijn lol.
Dat klinkt wat banaal, maar ik geloof dat het juist is.
Lol moet daarbij breed worden opgevat.
Iets begrijpen is leuk evenals het opdoen van nieuwe ervaringen, het overbrengen van kennis,
ontwerpen van computerprogramma's of het beklimmen van een berg.

Veel van onze verrichtingen krijgen pas zin via de medemens.
Ervaringen worden waardevol door ze te delen.
Van betekenis zijn voor anderen levert "emotioneel" inkomen op.
Ik noem het "spelen" : werken aan eigen projecten zonder de noodzaak er geld mee te verdienen.
De resultaten staan op deze website.
Ik hoop dat de bezoekers er evenveel plezier aan beleven.

Klik [ hier ] voor de Cyber205 (nationale supercomputer van de jaren '80) fotogalerij.

Nog een paar wandelfoto's tenslotte:


maar hier doe je het voor:


"gek ras, die mensen...."
einde van het "coast to coast" pad van St. Bees naar Robin Hood's bay.